Rasbeschrijving van de Engelse Bulldog – 1
De doelstelling van een rasstandaard is de lichamelijke kenmerken van een bepaald ras te beschrijven en daarnaast ook zijn karakter. Een standaard geeft een ideaalbeeld van het ras en wordt onder andere gebruikt door keurmeesters, fokkers en exposanten op hondententoonstellingen.
Keurmeesters beoordelen de te keuren honden aan de hand van de raspunten van de rasstandaard. Een goede fokker kent de standaard van zijn ras door en door en probeert honden te fokken die de raspunten zo dicht mogelijk benaderen.
De eerste rastandaard van de ENGELSE BULLDOG werd in 1875 opgesteld. Sindsdien is de standaard enkele malen herzien en de meest recente revisie door het land van oorsprong, Engeland, dateert van 1986.
Deze rastandaard wordt in de landen die aangesloten zijn bij de FCI (Fédération Cynologique Internationale), waaronder Nederland, eveneens letterlijk gevolgd. De Bulldog Club of America aanvaardde al direct bij zijn oprichting in 1890 de Britse rasstandaard.
Om de raspunten te begrijpen moeten we eerst de lichamelijke kenmerken van de Engelse Bulldog weten
Rasbeschrijving van de Engelse Bulldog
Algemene verschijning: Gladharige, fors gebouwde hond, tamelijk laag op de benen, breed, krachtig en gedrongen. Het hoofd massief, tamelijk groot in verhouding tot de grootte van de hond, maar geen onderdeel mag zozeer overheersen, dat het de algemene symmetrie afbreuk doet, of de hond misvormd doet lijken, of zijn beweegkracht belemmert. Het gezicht kort, zijn snuit breed stomp en opwaarts gebogen. Lichaam kort, goed gevormd, de ledematen fors en gespierd, de achterhand hoog en sterk maar enigszins licht in verhouding tot de zwaar gebouwde voorhand. Teven mogen niet zo massief of zwaar ontwikkeld zijn als een reu.
Karakteristieke indruk: De hond moet een indruk geven van vastberadenheid, kracht en activiteit.
Temperament: Waakzaam, ondernemend, trouw aan de baas, betrouwbaar, moedig, onbevreesd voorkomen maar goedig van aard.